2. Het principe van Handelen

Ieder mens heeft het recht om erbij te horen. Familieleden zijn door loyaliteit aan elkaar gebonden. Niemand kan worden uitgesloten. Elk lid draagt bij aan het voortbestaan van het familiesysteem. Ieder lid draagt bij aan het voortbestaan van de familie. Door te handelen horen we erbij. Elk familiesysteem houdt de rekening van schuld en onschuld bij. Dat is het systeemgeweten. Zo ontstaat er een nalatenschap.

Binnen het familiesysteem leeft er bij een generatie een verwachting van de toekomstige generatie. Dat wordt een legaat genoemd: een opdracht tot zorgen voor de volgende generatie. Het tegenovergestelde is een delegaat. Dat is de opdracht om te zorgen voor de vorige generatie. Deze ouder-kind relatie heet de verticale loyaliteit. Horizontale loyaliteit is de omschrijving van de relatie die we met anderen buiten ons familiesysteem hebben.

Van hoog tot laag in een groep: in een gezond systeem is ieders bijdrage van waarde. Dat wil ook zeggen dat elk individu van betekenis is. De diepste motivatie van een mens is om van betekenis te zijn. Het verschil maken levert een zinvol leven op. Het recht om erbij te horen wordt uitgeoefend door ons handelen. Dat is de erkenning van ons bestaan.

Handelen heeft ook met de tijd te maken. Om te kunnen handelen hebben we tijd nodig. Wie te weinig tijd heeft, raakt in de stress. En te weinig tijd kan heel veel oorzaken hebben. De één wil alles perfect hebben. De ander kan niet zo goed plannen. De derde neemt veel verantwoordelijkheid op z’n schouders. Meer dan goed voor hem is. Of wellicht is het jouw taak helemaal niet. Hoe komt het dan dat je het toch naar je toe trekt? Het kan zijn dat je familiesysteem dat van je vraagt. Omdat ooit de bijdrage van een ander familielid uitgesloten werd?